Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen (NMVB) publiceert rapportage over drie jaar onderzoek naar voedselbossen

Rapportage: 3 jaar Voedselbossen

Op 8 juni heeft het NMVB, in samenwerking met diverse partners in de voedselbossector, een diepgaande rapportage gepresenteerd over drie jaar intensief onderzoek naar voedselbossen. In opdracht van het ministerie van LNV verzamelden wij belangrijke data en inzichten die beleidsmakers, burgers en de gehele agroforestry-sector kunnen ondersteunen in hun begrip en ontwikkeling van voedselbossen in Nederland.

De kern van ons onderzoek betreft de werking en effectiviteit van voedselbossen op nationaal niveau, waarbij diverse factoren zoals bodemtype, voormalig landgebruik en ontwerp worden meegenomen. Ontdek de cruciale bevindingen over bodemleven-bevordering, CO2-opslag, biodiversiteitstoename en de interacties binnen het ecosysteem van een voedselbos. Download het volledige rapport hier en duik in de wereld van voedselbossen en hun bijdrage aan duurzame landbouw.

 

Aaltjes - Nematoden

Ontdek de impact op het bodemecosysteem: Voedselbossen tonen een diverse en stabiele nematodengemeenschap, in tegenstelling tot akkers en graslanden. Deze bevinding wijst op een veerkrachtiger en complexer bodemvoedselweb in voedselbossen.

Koolstof

Ontdek de opmerkelijke groeicurve van voedselbossen: na 28 jaar al gemiddeld 325 ton CO2-opslag per hectare, en mogelijk zelfs 550 ton na 30 jaar. Een duurzame koolstofopslag die akkers en graslanden overtreft en vergelijkbaar is met oudere Nederlandse bossen.

Oogst en verkoop

Op basis van gedetailleerde cijfers van een enkel voedselbos, lijkt vanaf drie jaar na aanleg de oogst elk jaar toe te nemen, met inmiddels meer dan 100 oogstbare soorten. In een ander voedselbos is, 12 jaar na aanplant, een netto saldo van €3500 per hectare per jaar bereikt, puur uit de verkoop van voedsel. 

Samenvatting

Het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen (NMVB) onderzoekt voedselbossen door heel Nederland sinds 2019 op gebied van bodem, biodiversiteit, koolstof, verdienmodel en socialea impact. Voor een robuuste datacollectie zetten we in op gestandaardiseerde methodes, zo veel mogelijk overeenkomstig met wat gangbaar is in Nederland, die we herhalen voor een zo lang mogelijke tijd. Dit document geeft de resultaten weer van de eerste drie jaar onderzoek. 

Bodem 

We vonden dat de bodemtextuur (zand, leem of klei) veruit de meest bepalende factor is, voor bijvoorbeeld de pH, de beschikbaarheid van nutriënten en het aantal regenwormen, en tot nu toe de invloed van andere factoren, zoals leeftijd en voormalig landgebruik, overschaduwt. Het is daarom van belang resultaten in de context van de bodemtextuur te vermelden. Op zandbodems vonden we dat oudere voedselbossen een wat lagere pH krijgen, vermoedelijk door de invloed van steeds meer strooisel dat humuszuren vormt. Tegelijkertijd vonden we steeds minder regenwormen op zuurdere gronden, waardoor die, zeker op zandbodems, niet de ideale indicator voor bodemgezondheid zijn. Aanvullende monitoring naar andere bodemfauna zoals potwormen, mijten, springstaarten en pissebedden is daarom aanbevolen. Er is wel uitgebreid gekeken naar nematoden, microscopische wormpjes met een cruciale rol in het bodemvoedselweb. We vonden dat in voedselbossen, in vergelijking met akkers en graslanden, de nematodengemeenschap duidelijke indicatie geeft van een steeds minder verstoord, stabieler en complexer bodemecosysteem. 

Biodiversiteit 

De soortenrijkdom van houtige en kruidige planten ligt in voedselbossen gemiddeld hoog ten opzichte van akkers en bossen. In oudere voedselbossen vonden we een steeds hogere diversiteit van houtige soorten. Ook vonden we meer soorten vogels en kruipende insecten in bossen met een hogere diversiteit aan houtige planten. Dit is een duidelijke indicatie dat de aanplant van een grote diversiteit aan plantensoorten ook veel soorten dieren aantrekt. Het biodiversiteitsonderzoek is nog volop in ontwikkeling, voor veel soortengroepen is specifieke expertise en veel herhaling nodig. Voor dagvlinders hebben we dit jaar een programma opgezet in samenwerking met de Vlinderstichting, waar eind 2023 de eerste resultaten van zullen binnenkomen. Tot slot vonden we een positief verband tussen de soortenrijkdom van plantensoorten en de totale bovengrondse biomassa, wat impliceert dat diversere bossen meer koolstof opslaan. 

Koolstof 

Na twee meetrondes van de bovengrondse biomassa van voedselbossen tussen de 1 en 28 jaar, is een duidelijke groeicurve over de leeftijd zichtbaar, die nog niet lijkt af te nemen. Het oudste voedselbos slaat na 28 jaar gemiddeld 325 ton CO2 op per hectare. Na 30 jaar lijkt een opslag van tussen de 180 tot 550 ton CO2 per hectare realistisch. Dit is beduidend meer dan akkers en graslanden die bovengronds netto geen koolstof opslaan, en minstens zoveel als het gemiddelde voor bestaand Nederlandse bos, dat veelal ouder is. Betreft de ondergronds opgeslagen koolstof vonden we veel variatie per voedselbos, mede door verschillen in voorgaand landgebruik en bodemtextuur, en konden we nog geen heldere trend vinden. Onze conservatieve schatting is een netto (boven- en ondergronds) positieve koolstofopslag voor voedselbossen van minimaal 180 ton CO2 per hectare na 30 jaar, dat is 6 ton CO2 per hectare per jaar. 

Economisch & sociaal 

Het gestandaardiseerd en nauwkeurig monitoren van data over arbeidsuren, oogst en netto inkomsten is zeer uitdagend gebleken, onder andere vanwege het complexe karakter van een voedselbos, de lange aanlooptijd en capaciteitstekort. Makkelijke tools in combinatie met meer persoonlijke ondersteuning en meer aandacht voor het verdienmodel van voedselbossen zal hier hopelijk verandering in brengen. Op basis van gedetailleerde cijfers van een enkel voedselbos, lijkt vanaf drie jaar na aanleg de oogst elk jaar toe te nemen, met inmiddels meer dan 100 oogstbare soorten. In een ander voedselbos is, 12 jaar na aanplant, een netto saldo van €3500 per hectare per jaar bereikt, puur uit de verkoop van voedsel. Dat is ruim boven het Nederlands gemiddelde voor granen, snijmais en grasland. Middels een enquete en verdiepende interviews in 2021 zagen we dat de voedselbosbeweging tot dan toe natuur en biodiversiteit duidelijk belangrijker vond dan geld verdienen. Inmiddels zijn er wel meer voedselbossen met commerciële focus, dus mogelijk verandert dat in de toekomst. We vonden tevens dat mensen betrokken bij een voedselbos veel nieuwe sociale contacten hebben opgedaan.